Helaas zijn de mogelijkheden om altijd ver weg te gaan en spectaculaire hikes te maken niet altijd beschikbaar. Regelmatig tracht ik dan ook om dicht bij huis de bossen in te duiken. Doorgaans ‘s ochtends vroeg of juist aan het eind van de dag. Ondergetekende woont nabij de Duitse grens, net onder Nijmegen.
In dit grensgebied ligt het “Reichswald”. Een van oorsprong groot oerbos (Ketelwald) wat zich uitstrekte over de stuwwallen van Duitsland tot aan Nijmegen. In Nederland is dit gebied behoorlijk versnipperd geraakt. In Duitsland is een groot gedeelte ten prooi gevallen aan de houtproductie. Van het oude oerbos is niet veel meer over, al zijn er nog wel stukken bos goed beschermd.
De sfeer in het bos is geheel anders dan in de grote Nederlandse bossen. In Nederland zijn de grote natuurgebieden vaak voorzien van grote heidevlaktes. In het Reichswald niet: er zijn wel kleine stukjes heide en open velden, maar dit is volledig ondergeschikt aan het bos. Ook komt hier veel minder wild voor, door de grote jaarlijkse jacht. Hierdoor is de ondergroei in de bossen veel weelderiger dan in de Nederlandse bossen. Grote delen van het bos zijn volledig ondergroeid met varens.
Het Reichswald valt uiteen in feitelijk 3 delen, als we het Nederlandse stuk buiten beschouwing laten:
Het westelijke deel (in het rode vierkant hieronder), wat aan de zuidkant grenst met Nederland en doorsneden wordt door de Kartenspielerweg. Aan de noordkant ligt Kranenburg. Dit deel is nog het actiefste deel op het gebied van bosbouw. Het deel wat aan Nederland grenst is op sommige plaatsen zeer steil en heeft relatief grote hoogteverschillen: de onderkant van de stuwwal ligt rond de 12 meter boven NAP, waar de hoogste heuvels meer dan 80 meter hoog zijn.
In het gele vierkant grenst niets aan Nederland. De paden zijn recht en de hoogteverschillen iets kleiner omdat je al hoger begint: de parkeerplaats ligt op ongeveer 50 m en het hoogste punt ligt op een meter of 90. Dit bos is gedeeltelijk bestemd voor bosbouw, maar grote delen zijn beschermd rustgebied.
Het oranje deel is iets vlakker, maar ook rustiger.

De wandeling die ik gemaakt heb start op de parkeerplaats langs de B504 en is 10km lang. Er worden 200-250 hoogtemeters gemaakt.
Je vertrekt in oostelijke richting, het bos in, de heuvel op. Net na de top van de heuvel sla je linksaf. Aan de rechterkant ligt een open plek en links het dichte bos. De open plek is niet groot en al snel ben je omsloten door het bos. Na enkele honderden meters gaat het pad iets verder omhoog. Rechts staan de dennenbomen met de kenmerkende varens er onder. Links ontvouwt zich een grote grasvlakte. Niet kaalgegeten zoals in Nederland: hier is wel wild (edelherten, reeën, zwijnen, dassen, vossen) maar aanzienlijk minder dan bijvoorbeeld op de Veluwe.

Let op dat dit veld in de ochtend nat is van de dauw. Het pad is slechts platgetreden gras en geen echt wandelpad: je voeten kunnen dus nat worden.
Aan het eind van het grasveld buigt het pad af naar links, daarna weer naar rechts. Je loopt door een afwisselend gebied met veel loofbomen. Aan het eind sla je rechtsaf. Hier loop je met de zon op de bol: het kan hier warm zijn in het drogere dennenbos met meer licht. Je klimt hier ook 30 meter, over een afstand van 400 meter. Geen Alpse proporties, maar genoeg om de hartslag te laten stijgen.

Na een poosje sla je opnieuw rechtsaf, een pad in wat verboden is voor ruiters.

Een zeer afwisselend stuk: links loofbos, rechts een meer open beeld met varens en dennenbomen. Het loofbos wordt steeds iets minder divers: bovenaan de heuvel is het vooral beukenbos. Aan het eind ga je linksaf (eerste pad) en loop je door totdat je bij een hek komt: achter het hek ligt een akkerbouwbedrijf en de grote doorgaande weg richting Kleef. Hier sla je rechtsaf. Je steekt een fietspad over, en bij het volgende grote pad sla je opnieuw rechtsaf: die weg kun je vervolgens tot aan de parkeerplaats volgen.
Al met al is dit een vrij gevarieerde route, met zeker in de vroege ochtend en late avond weinig andere mensen. Het bos is buitengewoon vogelrijk en af en toe zie je een hert, hermelijn of zwijn. De hoogtemeters laten zich makkelijk maken, maar de hellingen zijn soms relatief lang: een goede oefening voor de kuiten, bij gebrek aan beter.