Aan het einde van het Saasdal (Wallis, Zwitserland), voorbij Saas-Almagell ligt de Mattmarksee: een stuwmeer op 2197 meter hoogte. Voor de bouw van het stuwmeer lag hier al een klein, natuurlijk meertje die het begin vormt van de Saaser Vispa, een bergrivier die gevoed wordt door de Seerojinengletsjer, Ofentalgletsjer en Talliboden-gletsjer. Deze gletsjers vormen nog steeds de oorsprong van de Saaser Vispa: alleen stroomt deze nu eerst in de Mattmarksee. Ook de Schwarzberggletsjer mondt middels een riviertje uit in de Mattmarksee.

De bouw van het stuwmeer kent een tragisch verhaal. Het verhaal van de Rollibock, een duivelse geit die in de bergen woont. Af en toe veroorzaakt zijn woede grote lawines. De bouw van de Mattmarksee was dan ook niet alleen om elektriciteit te produceren, maar ook om het dal te beschermen tegen de gevolgen van lawines en overstromingen.
In oude tijden kwam de Allalingletsjer tot in het dal. Achter de morenen (de zijkanten van de gletsjer) hoopte zich water op, wat dankzij de morenen niet verder kon stromen. Af en toe (bijvoorbeeld na een lawine) brak deze morenenwal door en spoelde er een vloedgolf door het dal. Ieder dorp in het Saasdal heeft dan ook een toren met een alarmbel er in, als herinnering aan vervlogen tijden.
Tijdens de bouw van de dam, die in 1954 begon, stortte een deel van de Allalingletsjer in. Precies boven de onderkomens van de bouwvakkers die er onder lagen te slapen. 88 mensen verloren hierbij het leven.
Mattmarksee Rundgang
In zijn eenvoudigste variant kun je rondom de Mattmarksee lopen. Er ligt een goed begaanbaar pad, met weinig hoogteverschil. De route is ongeveer 8 kilometer lang. Je kunt met de auto tot aan de stuwdam rijden en hier parkeren.

De routes hier zijn (stukken) langer & uitdagender te maken.
Mattmarksee – Talliboden – Ofental
Hier volgt een reisverslag van een tocht rondom de Mattmarksee, met als doel de Monte Moropas. Dit is meer dan 10 jaar geleden – de digitale foto’s waren toen nog niet zo groot!
Het was één van de laatste dagen van onze vakantie en het zou bloedheet worden de komende dagen. Mijn doel voor vandaag is de Monte Moro-pas (2853m), die de grens met Italië vormt.
Om 8 uur ’s ochtends stap ik in de auto, vanaf Camping Mischabel naar de Mattmarksee (2200m). Axl Rose schalt uit de speakers, het prachtige “Child in Time” klinkt in mijn oren. Voorwaar geen slecht begin van de dag! Na een korte rit (minuut of 5) bereik ik de stuwdam van Mattmark, waar de wandeltocht aan zal vangen. In de wetenschap dat het hier 3 dagen eerder nog sneeuwde en er een volle windkracht 9 stond (volgens mijn handwindmeter) kijk ik richting Monte Moro: een diep witte wereld ontvouwt zich aan de horizon. De sneeuw van afgelopen zaterdag is duidelijk nog niet overal gesmolten!

Ondanks dat het weer nu ook bewolkt is, begin ik te wandelen, de stuwdam op. Volgens het bordje zou ik er 3.5 uur over doen tot aan de Monte Moro-pas en 2.25 uur tot Tälliboden. Het eerste stuk van de tocht loopt evenwijdig met het meer, wat inmiddels ongeveer 50m onder mij ligt. Op 2 verschillende plekken moet ik door een tunnel om het pad te kunnen vervolgen. Deze tunnels zijn vroeger gebruikt bij de bouw van het meer en worden nu nog steeds gebruikt bij het onderhoud. De laatste keer dat ze het meer leeg lieten lopen voor onderhoud was in 2007-2008!
Aan mijn rechterkant komt nu de vertakking van het pad, richting Schwarzbergchopf (2868m) en Schwarzberggletscher (2693m).
Ik ga gewoon rechtdoor en vervolg mijn pad langs het meer. In iets meer dan een half uur ben ik bij Distelalp (2224m), waar het pad ook voor mij naar rechts afbuigt en omhoog begint te lopen. Ik kom hier in een prachtige alpenwereld, langs smeltwaterriviertjes en rechts van mij de Schwarzberggletsjer. |
Voor mij uit zie ik de Corno Rosso (3230m) en de Monte Moro pas. Dit is duidelijk de schaduwzijde van de berg: er ligt nog erg veel sneeuw en ik moet veel kleine sneeuwveldjes oversteken. Na ongeveer een kilometer kom ik bij een brug, die ik over moet steken om verder te kunnen. Nog een kilometer verder bereik ik een prachtige alpenweide, met veel bloemen, sneeuw en meanderende riviertjes: Tälliboden (2492m). Een prachtig uitzicht! Ik heb er een uur en 5 minuten over gedaan, een stuk korter dan de 2 uur en 15 minuten die het bordje aangaf.


Maar ik moet verder, richting de Monte Moro pas. Boven de Strahlhorn, achter mij, zie ik donkere wolken en sneeuw. Op 2550m hoogte steek ik het grootste sneeuwveld tot nu toe over, wanneer het begint te regenen. Niet veel, maar de combinatie van regen met alsmaar groter wordende sneeuwvelden doet mij besluiten om te keren, terug naar Tälliboden. Na 10 minuten ben ik weer terug bij Tälliboden, waar ik korte tijd met een Engelsman spreek. Hij gaat door richting de Monte Moro pas, maar ik vertrouw het weer niet en loop verder. Nog geen 5 minuten later heb ik spijt: de hemel breekt open, de zon begint te schijnen en de wind is gaan liggen. Op de kaart heb ik gezien dat er een pad hoog boven de oostelijke oever van de Mattmarksee loopt en ik besluit een laatste maal terug te lopen naar Tälliboden om dit pad te nemen. Het is 1.5 uur naar Ofental en dan nog 1.5 uur terug naar Mattmark.



Het pad leidt me langs en bijna door de meanderende rivier. De hond kan lekker even zwemmen, want het water staat hoog en de rivier is vrij diep op dit punt. Aan de overkant loopt het pad vrij steil omhoog, maar dit is maar van korte duur. De volgende 3km blijf ik op vrijwel dezelfde hoogte, soms een stukje dalen en soms een stukje stijgen. Het pad loopt door grote blokkenvelden, waar de route niet altijd even goed is gemarkeerd.

Soms moeten er grote passen gemaakt worden, maar algemeen gezegd is de route vrij eenvoudig. Ook hier liggen nog diverse grote sneeuwvelden die een klein stukje extra (in)spanning opleveren. Vanaf het blokkenveld zie ik de rest van de route al grotendeels lopen: langs de rivier in het hoge dal, door de Alpenweides en nog een laatste sneeuwveld.

Ik zie dat het pad slechts zeer geleidelijk afloopt. Ik kom nog wel een nare verrassing tegen: de brug over de rivier is weggeslagen en de grote hoeveelheden sneeuw van het afgelopen weekeinde gecombineerd met de hoge temperaturen leveren een hoge waterstand op. Ik kan proberen te springen, maar de rivier ligt 2 meter lager dan waar ik sta. Als ik het niet haal (en het is een meter of 3), dan lig ik in de rivier. Ik besluit een stukje stroomafwaarts te lopen, op zoek naar een doorwaadbare plek.
Enkele tientallen meters verderop wordt de rivier iets breder en minder diep. Ik besluit de gok hier te wagen en maak de oversteek. Met slechts 1 natte voet haal ik de overkant. Vanaf hier is het nog een goede 2.5km door deze alpenweide, waar ik langzaamaan ook andere mensen tegenkom. Met uitzondering van de Engelsman bij Tälliboden ben ik nog niemand tegengekomen. Voorbij het punt “Rotherd” op de kaart begint het pad vrij steil naar beneden te lopen. Ik daal af van ruim 2450m naar 2210m, iets boven het stuwmeer. Ik loop nog een half uur langs het stuwmeer, alvorens ik de auto bereik. Dit was de mooiste wandeltocht die ik ooit heb gemaakt en tevreden stap ik in, in de wetenschap dat we morgen weer naar huis vertrekken.